Bevingsbestendig verbouwen
begint aan de keukentafel

 

Projectleider Allard Schuring (60) heeft weinig woorden nodig om zijn werk te omschrijven. “Ik houd me bezig met alles dat trilt.” In nauwe samenwerking met directeur Wybe Iedema en bewonerscommunicatie-expert Sandra Lok zit hij bovenop het volledige traject rondom bevingsbestendig bouwen in Groningen, van de eerste presentaties tot de daadwerkelijke bouw.

Momenteel spendeert hij zijn werkdagen in Uithuizermeeden, een van de laatste haltes van de spoorlijn richting de Eemshaven. Voor een aantal straten hier in het noorden van het noorden is het de komende tijd gedaan met de rust, want het dak gaat eraf. Letterlijk. “Tot op de gording, ja. Vervolgens komen er klossen tussen en komt er een nieuw dakbeschot op. En omdat we meer dan 25% van het dak openhalen, moet er isolatie op het dak die voldoet aan nieuwbouweisen.” Uiteindelijk wordt het geheel weer afgetimmerd in dezelfde staat – “Of beter!” haast Allard zich erbij te vermelden – en nemen de schilders de finishing touch voor hun rekening.

Een ingrijpende, maar tegelijkertijd overzichtelijke ingreep, die moet garanderen dat men weer onbezorgd kan wonen zonder bevingsangst. Toch zijn er een aantal uitzonderingen, onderstreept hij. “Bewoners die van de werkzaamheden gebruik maken om andere kluswensen in vervulling te laten gaan. Dat noemen we dan een koppelkans. Denk aan een nieuwe hemelwaterafvoer, een extra dakraam, dat soort dingen. Daarnaast zijn er een aantal woningen die om wat zwaardere versterking vragen. In dat geval gaat de aanbouw aan de achterkant ook vaak tegen de vlakte en komt er een nieuw houtskelet voor in de plaats.”

Man met de hamer
De aardbevingen hebben zo hun sporen achtergelaten in de regio, en er heerst nog steeds grote onduidelijkheid over wat er nog te komen staat. Allard en zijn team nemen daarom het zekere voor het onzekere. Elk pand wordt zo verstevigd dat het een half uur lang een beving van 5,5 op de schaal van Richter kan doorstaan. Ter illustratie: de zwaarste beving die Groningen tot dusver heeft doorstaan, in 2012 in het naburige Huizinge, kwam ‘slechts’ tot 3,6.

Een demontage van het volledige dak – “het is geen hogere wiskunde” – maar brengt zo zijn uitdagingen met zich mee. Niet alleen om te voorkomen dat er water komt op plekken waar het niet hoort, maar ook de communicatie met bewoners is cruciaal, benadrukt hij. “Het is hun huis, hun eigendom. Ze hebben er altijd voor gewerkt, gespaard, ze hebben het altijd onderhouden. Dan staat er opeens een Nationaal Coördinator of een aannemer in je woonkamer, en die zegt: we gaan verbouwen. Dat is pittig. Er komt veel op ze af, ze krijgen letterlijk de man met de hamer over de vloer.” Hij glimlacht erbij. “Ze zijn vooral blij als de woning gereed is en we weer gaan.”

Drie kwartier aan de koffie
“Ooit stond ik voor de deur bij een man in. Dat was bepaald geen vrolijke ontvangst. ‘Wat moet dat hier? Wat kom je doen? Ik heb net met mijn eigen handen een stuk aangebouwd, en dan komt Jorritsma vertellen dat de boel niet op orde is?’ Dus zei ik: joh, je moet niks, maar ik heb hier een schaderapport en dat wil ik graag even met je doornemen – als je me de tijd daar voor gunt. ‘Nou, vooruit dan’. Aan het einde van het gesprek suggereerde ik: zullen wij de boel gewoon voor je gaan regelen? ‘Ja graag’, zuchtte hij, ‘want mij lukt het niet meer’. Soms moet die frustratie er gewoon even uit. Daar zijn we bij Jorritsma ook voor.”