Op renovatietour
door de Groninger
ommelanden

 

Het zijn woningen zoals je er in je leven duizenden hebt gezien. Keurige doorzonwoningen met een bescheiden voortuin, drie of vier slaapkamers en een uitklapladder naar zolder. Gebouwd volgens de modernste eisen en wensen…van de jaren ’60. Aan assistent-uitvoerder Bert de Wijk de taak om al deze huizen een update voor de 21e eeuw te geven.

We bevinden ons vandaag in Harkstede, maar het had evenzogoed een van de andere vele dorpjes onder de rook van Groningen kunnen zijn. Kolham, Nieuw-Buinen, Froombosch – Bert en zijn team van schilders, stukadoors, tegelzetters, elektriciens en monteurs gaan ze in opdracht van woningbouwcorporatie Lefier één voor één af. Een gigantische operatie die veel planning, overleg en creativiteit vereist. “En praten, heel veel praten met de bewoners” voegt Bert er glimlachend aan toe. “Er komt nogal wat op de mensen af. De hele vloer gaat eruit, de keuken wordt vernieuwd, en ze zullen een tijdje zonder stromend water zitten. We hebben een paar woningen in de buurt klaar staan waar ze tijdelijk kunnen logeren, van alle gemakken voorzien, maar het blijft heftig.”

Elk huis waar de werklieden binnen stappen brengt weer wat anders met zich mee. “Sommige mensen ontvangen ons met open armen, die grijpen deze verbouwing aan om zelf ook eens de boel om te gooien of een grote schoonmaak te houden. Maar ik ben ook een bewoner tegengekomen – hele aardige man, maar nogal mensenschuw. En bovendien een enorme verzamelaar, zoals je ze wel op TV ziet. Er was nog een pad van 80 centimeter in de woonkamer begaanbaar, de rest van het huis lag tot de nok vol met allerlei onderdelen.”

In het tijdelijke kantoor van Jorritsma zijn de wanden behangen met vellen papier waarop per woning wordt aangegeven wát wanneer staat te gebeuren. Bert wijst: “De begin- en einddatum zijn heilig, daar moeten de bewoners op kunnen vertrouwen. Maar daar tussenin is het soms behoorlijk schuiven. Dan is er weer iemand ziek, dan heb je last van een leveringstekort. Of laatst, een huis waar de vorige bewoner zelf had lopen knutselen met de elektriciteit. Dan wordt een klusje van twee uur opeens anderhalve dag werk.” Om te garanderen dat het werk vloeiend verloopt, werken de teams getrapt. “Als je overal tegelijk zou beginnen, zitten er voortdurend gaten tussen – en dan gaan de onderaannemers in de tussentijd op zoek naar andere klussen. Dus we plannen het zo in dat als de ene ploeg ergens klaar is, de volgende het kan overnemen en ze door kunnen schuiven naar het volgende huis. Zo zorgen we ervoor dat we de vaste kern bij elkaar houden.”

Alle planningsuitdagingen ten spijt, aan het eind van de rit is het het resultaat dat telt. En daar valt weinig op af te dingen. Alle woningen hebben bij oplevering het energielabel A; de daken, spouwmuren en vloeren zijn geïsoleerd volgens de laatste standaarden; in de kozijnen en ramen zit HR++-glas, en ieder huis is voorzien van acht zonnepanelen en een aansluiting in de keuken om elektrisch te kunnen koken.

Wanneer we de Benningweg oplopen, is duidelijk te zien welke woningen al af zijn en waar het werk nog moet beginnen. Terwijl Bert zijn zoveelste telefoontje van de middag oppakt, lopen we op uitnodiging een reeds gerenoveerde hoekwoning binnen. Beide bewoonsters zijn zeer te spreken over het geleverde werk. “We wilden graag wat extra kastruimte in de keuken. In overleg konden we kiezen voor een extra keuken optie, tegen een kleine meerprijs. En nu is het al geplaatst!” De hond des huizes is wat argwanend over het plotselinge bezoek, en laat dat luidkeels merken. Glimlachend wordt hij de tuin in geëscorteerd. “Hier om de hoek hebben de werklui een tijdelijke kantine in een leegstaande woning. Elke ochtend bij het uitlaten komt hij daar even buurten. Krijgt ‘ie alle aandacht. Ja, die gaat het nog missen als de verbouwingen voorbij zijn.”