"We werken
veilig of we werken niet"

Jan Smid over steigers, schoenen, stickers en andere veiligheidsvraagstukken.

Nee, hij loopt niet de hele dag met het opgeheven vingertje over de bouwplaats. Veiligheidskundige Jan Smid zorgt er liever voor dat het aan de voorkant goed geregeld is en aandacht voor veilig werken ingebed zit in de bedrijfscultuur, dan dat hij medewerkers achteraf terecht moet wijzen. Het is de grap die ook wel over IT-beheerders of scheidsrechters wordt gemaakt: hoe beter ze hun werk doen, hoe minder je doorhebt dat ze er eigenlijk zijn. Jan legt uit hoe hij het verschil maakt.

“Binnen Jorritsma ben ik arbeidshygiënist en veiligheidskundige. Het verschil tussen de twee: veiligheid gaat over directe risico’s op ongelukken, waar arbeidshygiëne meer de randzaken en langetermijnproblemen behelst. Asbest, tochtige kantoren, dat werk. Het mooie van mijn huidige baan? Dat ik niet alleen mag adviseren, maar ook mag implementeren. Eerder werkte ik jarenlang bij een veiligheidsadviesbureau: dan schrijf je rapporten vol over veiligheidsbeleid, maar weet je nooit of het ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd of ongelezen in de la belandt. Hier denk ik echt mee met de projectteams en sta ik ook gewoon op de bouwplaats.”

“Ik fungeer ook veelal als vraagbaak en tussenpersoon. Dan werken we bijvoorbeeld met meerdere ketenpartners op één terrein, en is een projectleider ongelukkig met de kwaliteit van de steigerconstructie van een onderaannemer. Aan mij dan de taak om het gesprek aan te gaan. Of laatst, een opdracht bij een voedingsmiddelenproducent waar we vanwege de hygiëne niet met onze eigen veiligheidsschoenen naar binnen mochten. Maar ja, de schoenen die ze zelf aanleverden waren van mindere kwaliteit. Dan duik je daar weer in. Het zijn vaak hele praktische zaken die op korte termijn moeten worden opgelost.”

“Een paar jaar terug hebben we uitgesproken: we willen de veiligste bouwer van Noord-Nederland worden. Dat doen we binnen ons BAAS-programma: Bewust, Alert, Actief, Samen. Ook onze opdrachtgevers en onderaannemers betrekken we daarin. Sowieso moet je veiligheidsbewustzijn breed kweken. Een tijd terug hadden we twee incidenten met een bouwzaag. Dan spreken we niet alleen de gebruiker erop aan, maar gaan we ook binnen onze eigen organisatie na: wie laten we met de bouwzaag werken? Weten we zeker dat hij/of zij de juiste competenties heeft, en kunnen we daarop vertrouwen? We zitten daar nu scherper op in de trainingen, en hebben de bouwzaag voorzien van een aandachttrekkende sticker die de gebruiker vraagt: heb je alles om veilig met deze apparatuur aan de slag te kunnen? Zo nee, meld je dan bij de uitvoerder, dan lossen we het samen op.”

“Samen de oplossing vinden, dat is zo belangrijk. Ten eerste omdat men een veiligheidsmaatregel veel makkelijker accepteert als het uit de eigen groep komt. Zo’n sticker, dat is bedacht door een uitvoerder. Ten tweede draait het bij ons nooit om de schuldvraag, maar om het voorkomen van problemen in de toekomst. Als je op zoek gaat naar een dader, gaan mensen dingen verstoppen.”

“Zo’n groot bord met X dagen sinds het laatste incident op de werkvloer, daar geloof ik ook niet in. Dan wordt het getal heilig, en krijgen werknemers een reden om ongelukken te verzwijgen om die score maar niet aan te tasten. De uitdaging zit hem in het creëren van een cultuur waar veiligheid bovenaan staat. Je kunt een machine zelf nog zo veilig maken, maar dat is niets waard als de werknemer zelf niet doordrongen is van de risico’s. Dáár zit ‘m de winst.”